VISSERS-VISIE

ONDER GODS HOEDE

De komende periode beginnen de vakanties weer. Wat is dit keer je bestemming? In Psalm 121 (Bijbel) is  de dichter al op reis. Hij is op weg naar Jeruzalem, vandaar dit pelgrimslied. Zijn route loopt via de heuvels rondom Sion (de berg Moria). Dat betekent wel een stevige klim.

 

God de Almachtige

De dichter van Psalm 121 wordt bepaald bij de Schepper van de hemel en de aarde. Zijn Maker die het iets maakt uit het niets. Deze man ziet de enorme heuvels en krijgt een diep besef van de grootheid van de Almachtige God: Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft (Ps. 121:1-2).

Ik moet denken aan één van onze vakantiereizen met het gezin naar Frankrijk. Tijdens de heenreis komen we in een heuvelachtig gebied. Op een zeker moment rijden we een grote heuvel op. Vanaf de top krijgen we ineens een schitterend uitzicht over de wijdse omgeving. Meteen roept onze zoon van ongeveer vier jaar: ‘Papa, ik zie de hele wereld’.

 

Bewaarder van Israël

De wegen zijn in die tijd primitiever dan tegenwoordig. Dat brengt de nodige risico’s met zich mee. Opnieuw stelt de schrijver ons gerust: Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren (Ps. 121:3).

God kan ons voor struikelen behoeden, zelfs veel meer: Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde, de alleenwijze God, onze Heiland (Judas :24). Hij verlangt je te brengen naar ongekende geestelijke hoogten.

Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt (:4). De dichter denkt niet alleen aan zijn eigen besloten kring, nee, hij heeft oog voor een hele natie, Israël. Deze God van Israël is voortdurend alert. Hij houdt de zijnen in het oog.

De Bijbel geeft talloze voorbeelden. Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting van de Schriften de hoop zouden vasthouden (Romeinen 15:4). Je hebt niet alleen met Israël te maken, maar ook met de Gemeente en de volkeren. Dit beknopte vers slaat op het hele Oude Testament. God zorgt voor de Zijnen. Hij wijst de weg via de Bijbel.

 

Bewaarder van de Bijbel

Hopelijk is het je niet ontgaan, dat op woensdag 17 mei 2023 de Codex Sassoon is geveild in New York. Het is de oudste Hebreeuwse Bijbel (ons Oude Testament) die er bestaat, de zogenaamde Codex Sassoon 1053. Hij bevat 24 boeken van de Hebreeuwse Bijbel. Acht bladen worden gemist, waarvan tien hoofdstukken van het boek Genesis. Deze Codex dateert van het begin van de 10e eeuw. Het is daarmee de oudste ‘bijna complete Bijbel’. De daarop volgende is de Aleppo Codex waarvan ruim 60% bewaard is gebleven. Die ligt nu in het Israël Museum in Jeruzalem, waar ik hem heb gezien.

Door een royale gift van de voormalige ambassadeur in Roemenië — € 35 miljoen — wordt de Codex Sassoon gekocht op de veiling in New York. De zeldzame Codex wordt geschonken aan het ANU-museum in Tel Aviv. In het Hebreeuws betekent het woord ANU ‘wij’. De gewone naam is ‘Museum van het Joodse Volk’. Hier zal de Codex Sassoon in de toekomst voor iedere bezoeker te zien zijn.

Overigens, samen met de Codex Sassoon 507 van de Pentateuch — een variant met de vijf boeken van Mozes — is hiermee de complete Hebreeuwse Bijbel beschikbaar.

De Bijbel is eeuwenlang bewaard gebleven. Eén van de allergrootste wonderen ooit. Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt (Ps. 121:4). God waakt over zijn woord!

 

Bewaring in de hitte

De HERE is uw Bewaarder, de HERE is uw schaduw aan uw rechterhand (:5). Als je in de zon loopt, beweegt je schaduw altijd mee. Dat is een natuurkundig gegeven. Maar zo is het ook met Gods aanwezigheid. De HERE is uw schaduw aan uw rechterhand. Hij wijkt nooit van je. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten (Hebreeën 13:5b).

Schaduw betekent koelte, dus een voortdurende bescherming. De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts (Ps. 121:6). In Israël kan het snikheet zijn. Denk bijvoorbeeld aan Berseba en Arad, of in de woestijn de Negev. Een aantal weken geleden was in Israël een hittegolf met temperaturen van meer dan 40-45 °C. God biedt afdoende bescherming in extreme omstandigheden.

 

Bewaring voor alle kwaad

De HERE zal u bewaren voor alle kwaad (:7a). We staan bloot aan vele gevaren. De dichter spreekt over ‘alle kwaad’. Dat is nogal wat. We leven in een moeilijke tijd, dat klopt. Maar Gods bewaring is een permanente en unieke voorziening.

Ik denk aan de kinderen. Je maakt je soms zorgen als ouders. Maar vergis je niet, de engelen staan op hun post. ‘Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven?’ (Hebr. 1:14).

Ook dienstknechten van God lopen gevaar. Paulus schrijft met grote stelligheid aan Timothéüs: De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet (2Timothéüs 4:18a). En hij heeft nogal wat meegemaakt. Zie de lijsten eens met zijn belevenissen in de brieven aan de Corinthiërs. Laten we in het bijzonder bidden voor degenen die leiding geven in de gemeente of bijbelstudiegroep, waar we mogelijk naar toe gaan. Dit is zo belangrijk!

 

Bewaring voor eeuwig

Hij zal uw ziel bewaren (Ps. 121:7b). Misschien wordt dit je persoonlijke motto. Dan volgt vers 8: De HERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. Als je vertrekt en terugkomt. Waar ik ga of sta. Zelfs het einde van mijn loopbaan hier beneden. De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets (Ps. 23:1).

Ga vol vertrouwen de toekomst tegemoet. Ga niet alleen, maar ‘onder Zijn hoede’. O God, ons schild (Ps. 84:10a).

 

Visie 5 — Middelburg — 12 juli 2023                 

Simon de Visser

Copyright © 2023 Simon de Visser


IN VERDRUKKING

 

Kijken we om ons heen, wat is er dan toch veel aan de hand in onze tijd. De crisis heeft nogal wat in beweging gebracht of beter gezegd stil gezet. Zelfs grote bedrijven en natiën die ooit onwankelbaar leken, staan nu te schudden op hun grondvesten. Maar hoe staat het dan met het getuigenis van de christenen? 

 

In de wereld

De christen staat midden in de wereld. Hoe gaat hij dan om met deze onrust en verwarring? 

De apostel Johannes citeert de volgende woorden van Christus: Dit heb Ik tot u gesproken, opdat jullie in Mij vrede hebben. In de wereld lijden jullie verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen (Joh. 16:33). Ik bid niet, dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze (Joh. 17:15).

De christen ontkomt niet aan verdrukking. Alleen al omdat hij zo anders is dan zijn omgeving ervaart hij een spanningsveld. Bovendien zit hij in zekere zin in hetzelfde schuitje als zijn mede-wereldbewoners. ‘niet, dat U hen uit de wereld wegneemt’. Toch heeft de christen een vast punt buiten zichzelf: ‘opdat jullie in Mij vrede hebben’.

Door Christus ervaart hij een diepe vrede en rust.

 

In verdrukking

De christen weet dat er verdrukking zal komen. Daardoor kan hij zich er op voorbereiden.

In Matthéüs 24 geeft Jezus Christus instructies aan zijn discipelen in het kader van de eindtijd: Ook zullen jullie horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen. Ziet toe, weest niet verontrust; want dat alles moet geschieden, maar het einde is het nog niet. Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen nu hier, dan daar, hongersnoden, besmettelijke ziekten en aardbevingen zijn (Mat. 24:6-7).

Christus waarschuwt zijn volgelingen voor moeilijke tijden: Oorlogen, hongersnood, besmettelijke ziekten en aardbevingen. De derde van dit rijtje vindt in onze dagen plaats op wereldwijde schaal. Nooit eerder in de geschiedenis is dit gebeurd.

 

In vertrouwen

Ook de christen wordt diep geraakt evenals alle andere wereldbewoners door deze ‘verdrukking’. Toch is er een markant verschil dat juist de christen kenmerkt.

In Rom. 8:18 schrijft de apostel Paulus over ‘het lijden van de tegenwoordige tijd’. Maar hij kijkt meteen ver vooruit. Hij is er zeker van ‘dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.‘

Hij is er diep van overtuigd ‘dat alle dingen meewerken ten goede voor hen, die God liefhebben’ (Rom. 8:28).

 

In een juichstemming

Als je verder leest in dit hoofdstuk Romeinen 8, ontdek je dat Paulus in een juichstemming terecht komt. Wat ziet hij dan nog meer? Hij stelt twee retorische vragen: Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? (Rom. 8:31). De Levende God staat aan de kant van de christen. Hoe kan dat?

Hij baseert deze stelligheid op het volbrachte werk van Christus aan het kruis van Golgotha: Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit (Rom. 8:34). Als Christus — de Opgestane Heer op de troon van het heelal — je overeind houdt wordt alles anders.

 

In de overwinning

Paulus durft een kritische vraag te stellen: Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?

Hij suggereert enkele praktische opties: Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, … of het zwaard? (Rom. 8:35). Is het wel mogelijk om in zulke extreme omstandigheden op de been te blijven?

Hij geeft een resoluut antwoord: Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad (Rom. 8:37). Niets en niemand kan ons scheiden van de liefde van Christus (Rom. 8:38-39). De christen vertrouwt op God. Hij weet zich verzekerd van de oneindige liefde van God. Dat houdt hem staande.

In verdrukking? Waag het om je vertrouwen op de Here Jezus Christus te stellen!

 

Visie 4 — Middelburg — 1 augustus 2020

Simon de Visser

 

Copyright © 2020 Simon de Visser


EEN AANGEPASTE AGENDA

Wanneer je met de auto langs Schiphol rijdt, zie je verschillende rijen met geparkeerde vliegtuigen staan. Ook op  vliegvelden in andere landen staat het bomvol met zulke imponerende ‘vogels’. Onze geboekte reis naar Israël van april 2020 met Transavia is helaas geannuleerd. Hoe moet dat nu met de reisplannen voor 2021? Wanneer stijgen die kisten weer op?

Een bekend spreekwoord zegt: Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. Een passende variant voor nu lijkt mij: Beter één vogel in de lucht dan tien op het veld.

Alles is toch niet zo vanzelfsprekend als ik dacht. Het leven zit duidelijk anders in elkaar.

 

Een damp

Ik ben recent een levensles tegengekomen die dateert uit de eerste eeuw.  Welaan dan, u die zegt: Vandaag of morgen gaan wij op reis naar die en die stad, wij zullen er een jaar doorbrengen, zaken doen en winst maken; … (Jac. 4:13). Ziezo, dat ligt vast in de agenda.

Maar Jacobus protesteert. U, die niet eens weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want u bent een damp die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt (:14). Hij vergelijkt ons leven met een damp die voor een korte tijd verschijnt. Niets is zo vluchtig als damp. Het is zo weer verdwenen. Dat dringt aan op bezonnenheid.

 

Een beter alternatief

Jacobus ziet een veel beter alternatief. In plaats van te zeggen: Indien de Here wil, zullen wij leven en dit of dat doen (:15).

Hij maakt er korte metten mee: Maar nu roemt u in uw grootspraak; al zulk roemen is verkeerd. Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde (:16-17).

Is het niet absurd om de Levende God buiten spel te zetten? Dat is echt niet verstandig. Wat mis je dan verschrikkelijk veel.

 

Hoger dan …

Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord van de HERE (Jes. 55:8). Jesaja wijst op de oneindige mogelijkheden die de eeuwige God — de Schepper van het heelal — ter beschikking heeft. Dat maakt je wel nieuwsgierig.

Meteen er na schrijft hij: Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten (Jes. 55:9)

 

Vreugde vinden

Koning David zegt in een van zijn gedichten: Ik vind vreugde in het doen van uw wil, mijn God, uw wet is in mijn binnenste (Ps. 40:9). Is dan de wil van God — zijn plan — zo iets moois? 

Dus toch een aangepaste agenda!

 

Visie 3 — Middelburg — 3 mei 2020

Simon de Visser

 

Copyright © 2020 Simon de Visser


WACHTEN OP …

Tijden lang hebben we veel last van allerlei files en drukte op onze wegen, vooral in de Randstad. Een heleboel mensen zitten te wachten te midden van lange rijen auto’s. Een oefening die je niet snel onder de knie krijgt. Zelf heb ik hier echt aan moeten wennen. Als je dagelijks naar je werk moet, leer je er mee te leven. Je past je gewoon aan. Je moet wel. Het is niet anders.

Alleen, de files zijn ineens verdwenen. Nu is het wachten op …

Ja, waar wachten we nu weer op?

De corona-grafieken in Nederland tonen een neerwaartse trend. Er is reden tot voorzichtig optimisme. Maar toch blijft er onzekerheid. Over een aantal weken worden de regels misschien wat versoepeld. Dus nog even wachten. Maar, ja hoe lang nog?

Een man die kan wachten

Ik denk aan koning David — een veelzijdig man die best veel bereikt heeft. Maar hij moet wel lang wachten voordat hij koning wordt over Juda en Israël. Hij begint onderaan de ladder als herder in de velden van Bethlehem. Daar heeft hij trouwens wel veel geleerd. Wie kent niet dat beroemde  gedicht van David? Zo kort en zo krachtig:

De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij neerliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren; Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil.

Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.

U richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.

Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis van de HERE verblijven tot in lengte van dagen (Psalm 23).

Om jaloers op te worden

Als jongste zoon achter de schapen van zijn vader Isaï — daar in de stilte — heeft hij tijd om na te denken. Zijn leven is daar echt veranderd. Hij heeft de God van Israël gezocht en gevonden. Het is wel om jaloers op te worden. 

De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets — zijn leven staat onder de directe leiding van God. Daarom is hij volkomen tevreden.

Hij doet mij neerliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren; Hij verkwikt mijn ziel. Wat een ongekende rust gaat er van hem uit.

Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil. Hij ervaart richting en kent perfecte beveiliging. Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij. Deze man is onbevreesd, zelfs in een donker dal.

Onder het toeziend oog van zijn vijanden doet hij zich te goed aan een vorstelijk diner: U richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen. Hoe krijg je het voor elkaar?

Hij weet zich permanent in de tegenwoordigheid van de heilige God: Ik zal in het huis van de HERE verblijven tot in lengte van dagen. Er komt gewoon geen eind aan.

Geen wonder dat hij zo veel heeft mogen betekenen voor zo velen.

Een geheim

David heeft veel meer gedichten geschreven — in Psalm 27 deelt hij nog meer belevenissen. Hij eindigt dat gedicht met een dringend en eenvoudig advies: Wacht op de HERE, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de HERE (Ps. 27:14).

De profeet Jesaja onderstreept dit: ‘gelukkig allen die op Hem wachten’ (Jes. 30:18).

Wachten op God, dat is echt zinvol wachten!

 

Visie 2 – Middelburg – 18 april 2020

Simon de Visser

 

Copyright © 2020 Simon de Visser


VAN BOVEN BEKEKEN

Genesis 11:1-9

Een aantal jaren leven we inmiddels in een 24-uurs economie. Het gaat eigenlijk wel heel erg goed. Haast iedereen heeft het razend druk. We maken onze plannen voor ons werk. En we gaan tussendoor twee of misschien wel drie keer met vakantie. Alles lijkt zo eenvoudig geworden. Je vlucht naar Lissabon is zo geboekt. Ook je ‘grote vakantie reis’ naar Amerika of Afrika om bij te komen is snel geregeld. Steeds meer vliegtuigen hangen urenlang in de lucht. Alles lijkt vanzelf te gaan. Totdat …

Een vreemd virus ontwikkelt zich. Geen kruid is er tegen gewassen. Land na land raakt in rep en roer. Wat gebeurt hier? Het ene na het andere land komt letterlijk tot stilstand, zelfs de machtigste economieën. Nooit tevoren heeft onze aardbol zo iets meegemaakt.

Of toch misschien wel iets wat enkele opvallende overeenkomsten heeft?

Een grote stad met een hemelhoge toren

In Genesis 11 zien we de mensheid bezig en zich ontwikkelen.

De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak. Toen ze oostwaarts trokken vonden zij een vlakte in het land Sinear, waar zij zich vestigden (:1-2). Er komt een enorm project van de grond. Met vereende krachten wordt er aan gewerkt, het lijkt wel een 24-uurs economie.

En ze zeiden tot elkander: Welaan, laten wij tichelen maken en die goed bakken. En de tichel diende hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. Ze fabriceren de allernieuwste materialen.

Ook zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden (:3-4). Ze bouwen een grote stad met een hemelhoge toren. De mogelijkheden zijn onbeperkt.

God neemt een kijkje

Toen daalde de HERE neer om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden, te bezien (:5). God in de hemel daalt neer en neemt een kijkje op de aarde. en de HERE zei: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn (:6).

Het lijkt wel een beetje op onze tijd. De techniek staat voor niets. De wetenschap ontwikkelt zich op vele terreinen tot een huiveringwekkend niveau. Waar loopt dit op uit? Maar wat vindt God ervan?

God grijpt in

In Genesis 11 grijpt God in. Welaan, laat Ons neerdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkaars taal niet verstaan (:7). God doet er iets aan.

Zo verstrooide de HERE hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad. Daarom noemt men haar Babel, omdat de HERE daar de taal van de gehele aarde verward heeft en de HERE hen vandaar over de gehele aarde verstrooid heeft (:8-9). De bouwplannen worden hier door God verstoord.

Een ideale situatie?

Hoe zijn onze omstandigheden in 2020. De volken van de aarde worden stilgezet door een onzichtbare vijand — het coronavirus. Dat geeft te denken.

In Psalm 76:9 staat er: ‘de aarde vreesde en werd stil’. Is dit stil zijn niet een ideale situatie om je Schepper — de oneindige liefde — te zoeken en te vinden?

De profeet Jesaja is het hier helemaal mee eens. Door bekering en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn (Jes. 30:15).

Visie 1 – Middelburg – 3 april 2020

Simon de Visser

 

Copyright © 2020 Simon de Visser